Zorginstituut Nederland beslist over vergoeding medicinale cannabis ???

Over Zorginstituut Nederland

Iedereen die in Nederland woont of werkt is verplicht om een zorgverzekering te hebben. Zorginstituut Nederland is een overheidsorganisatie met als belangrijkste taak het samenstellen van het basispakket van de zorgverzekering. Hierbij maken we ingewikkelde, maar noodzakelijke keuzes om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland goede zorg kan krijgen. Nu en in de toekomst.

 

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Alleen extramurale geneesmiddelen die zijn opgenomen in het GVS worden vergoed vanuit het basispakket. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze worden geplaatst. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hierbij kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. De geneesmiddelen op deze lijst hebben geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nog nadere voorwaarden aan de vergoeding worden gesteld. In dat geval wordt een middel ook op bijlage 2 geplaatst. Voor dit geneesmiddel vraagt de fabrikant plaatsing op lijst 1B.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe Zorginstituut Nederland de beoordeling van geneesmiddelen aanpakt.

 

Zorginstituut Nederland is dus ook de instantie die moet beslissen over het al dan niet toelaten van medicinale cannabis in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem.

 

Vergoeding door zorgverzekeraars

Tot 2017 werd medicinale cannabis door veel verzekeraars nog gewoon vergoed uit het basispakket. Zorgverzekeraar Zilveren Kruis stopte echter per 1 januari 2017 met het vergoeden van medicinale cannabis aan verzekerden. Verzekerden die in 2016 nog gewoon aanspraak konden maken op deze vergoeding, ontvingen nog tot 1 juli 2017 geld om deze pijnstiller te kunnen bekostigen en werden daarna letterlijk aan hun lot over gelaten.

Bij navraag aan het Zorginstituut Nederland kregen wij na veel heen en weer gebel en gemail medio halverwege 2018 een (na veel later zou blijken} standaardmail retour met de hier volgende tekst.

Hartelijk dank voor uw bericht. Wij kunnen ons voorstellen dat u van mening bent dat medicinale cannabis vergoed moet worden vanuit het basispakket van de zorgverzekering.

Een belangrijk uitgangspunt voor de inhoud en omvang van zorg is dat zorg onder andere moet voldoen aan de ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Klik hier voor meer informatie.  Zorg, en dus ook een specialistisch geneesmiddel, die voldoet aan de ‘stand van de wetenschap en praktijk’ komt in beginsel voor vergoeding vanuit de basisverzekering in aanmerking. Tegelijk is van belang dat het basispakket betaalbaar blijft voor iedereen. Om dat te kunnen waarborgen, is essentieel dat zorg die vanuit het basispakket wordt vergoed noodzakelijk is, en ook bewezen effectief.

Medicinale cannabis voldoet momenteel niet aan het wettelijke criterium van rationele farmacotherapie. Het kan dan ook niet vanuit de basisverzekering vergoed worden. Er is op dit moment onvoldoende bewijs voor de werkzaamheid in de praktijk van cannabispreparaten. Wel is er sinds kort een goed placebo-preparaat dat met name geschikt is om gecontroleerde studies met de plantaardige producten van het BMC te doen. Binnen een beperkt aantal lopende studies maken onderzoekers inmiddels gebruik van deze placebo. Het is te verwachten dat op deze manier de komende jaren meer en betere studies beschikbaar komen, op basis waarvan het Zorginstituut een eventuele beoordeling kan doen.

Volgens het Zorginstituut is het nu nog te vroeg om een formele beoordeling te doen over de mate waarin deze producten voldoen aan “de stand van de wetenschap en praktijk”. Die zou potentieel tot de conclusie “geen stand van de wetenschap en praktijk” kunnen leiden. Nu is het nog zo, dat sommige zorgverzekeraars de cannabispreparaten vergoeden in hun aanvullende pakketten. Een geactualiseerd, formeel negatief oordeel zou ertoe kunnen leiden dat verzekeraars deze mogelijkheid niet meer aanbieden.
Zie voor meer informatie, waaronder het rapport: Herbeoordeling medicinale cannabis: geen verzekerde zorg en Medicinale cannabis niet in basispakket

Ideaal is de huidige situatie niet. Veel patiënten die zich afhankelijk achten van medicinale cannabis, blijven aangewezen op financiering uit eigen portemonnee. Mogelijk kan het Zorginstituut over enkele jaren, als er beter onderzoek beschikbaar is, met meer kans op een helder resultaat een formele beoordeling uitvoeren.

Graag verwijzen wij u naar  Bureau voor Medicinale Cannabis. Het Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC) is als overheidsorganisatie verantwoordelijk voor de productie van cannabis voor medicinale en wetenschappelijke doeleinden.

 

In 2003 is voor het eerst aan het Zorginstituut (toen CVZ) gevraagd of het gebruik van medicinale cannabis beschouwd kan worden als effectieve medicatie. De conclusie was toen dat de resultaten van onderzoek onvoldoende zijn om van een bewezen werkzaamheid van de therapeutische toepassing van medicinale cannabis te kunnen spreken. Begin 2016 heeft het Zorginstituut een check van de toen beschikbare wetenschappelijke publicaties gedaan. Het Zorginstituut kwam tot de conclusie dat het wetenschappelijk bewijs niet wezenlijk is verbeterd en heeft het standpunt uit 2003 herbevestigd.

 

Medicinale cannabis in de praktijk

In de praktijk mag alleen de cannabis in opdracht van de Nederlandse overheid gekweekt door het bedrijf Bedrocan medicinale cannabis genoemd worden. In theorie komt het er echter op neer dat alleen cannabis van farmaceutische kwaliteit in aanmerking kan komen voor de omschrijving “medicinaal”. In principe zou medicinale cannabis dus ook door willekeurig welk ander farmaceutisch bedrijf gekweekt en bewerkt kunnen worden maar dat wordt tegen gewerkt door de Nederlandse overheid die het monopolie tot nu toe zeer strak in eigen handen weet te houden.

Medicinale cannabis werd in beginsel ook alleen vergoed wanneer deze afkomstig was van het bedrijf Bedrocan. In de loop der jaren zorgden rechtspraken ervoor dat medicinale gebruikers ook hun eigen kweek bij zorgverzekeraars vergoed konden krijgen en in sommige gevallen zelfs hun kweekbenodigdheden konden declareren. Tegelijkertijd echter werd de constructie BMC (de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de kwaliteit en levering van Nederlandse medicinale cannabis) onder de loep genomen omdat de verkoop van Bedrocan produkten ver beneden peil was en de doelstelling van BMC nog niet in de verste verte behaald werd.

Er moest dus iets ondernomen worden. En toen gebeurde er iets wonderlijks. De ene overheidsinstantie bond openlijk de strijd aan met de andere overheidsinstantie: het Zorginstituut Nederland gaf aan de medicinale cannabis van het BMC af te keuren voor opname in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem wegens gebrek aan bewijs over de werking ervan. Vanzelfsprekend was dit alleen maar een toneelspel en doorgestoken kaart want het BMC lag al jaren onder vuur in kamervragen wegens niet nakomen van afspraken en het Zorginstituut was daar als collega overheidsinstantie vanzelfsprekend ook al jaren van op de hoogte maar voor de medicinale gebruikers die hun medicijn tot dan toe nog vergoed kregen was dit natuurlijk een ware ramp want welke keuze hadden zij nog? Terugvallen op de reguliere opiaten of het illegale circuit induiken voor een oplossing? Begrijpelijk dus dat er vele protesten en smeekbedes volgden op deze beslissing maar de overheid en het Zorginstituut bleven keihard.

 

Misleidingstruck van de overheid met medicinale gebruikers als inzet

Alhoewel… zoals we het al eerder benoemden was de hele commotie die door die twee overheidsinstanties in het leven werd geroepen een toneelspel, een schouwspel opgevoerd speciaal voor het publiek. Het Zorginstituut Nederland bepaalt inderdaad in samenwerking met andere instanties of een medicijn al dan niet toegelaten mag worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem maar het Zorginstituut Nederland is daarnaast slechts een adviesorgaan en kan dus ook alleen maar advies uitbrengen.

Wettelijk is er echter helemaal niets veranderd door die bekendmaking van Zorginstituut Nederland. Zorgverzekeraars vergoedden medicinale cannabis tot 2017 en in principe hadden zij daar gewoon mee door mogen gaan na die bekendmaking van het Zorginstituut Nederland. Zorgverzekeraars maakten die keuze dus geheel op eigen houtje naar aanleiding van het advies van het Zorginstituut Nederland. Ook het IGJ (ook een overheidsinstantie) nam dit advies klakkeloos over net als overkoepelende huisartsen verenigingen als het NHG, van subsidie afhankelijke instanties als het KWF, KIKA, enz., ziekenhuizen en ga zo maar door. Stuk voor stuk instanties en personen die uit eigen vrije wil verantwoordelijk zijn voor de gezondheidszorg in Nederland, de morele verplichting op zich genomen hebben en in veel gevallen zelfs een eed afgelegd hebben verzaken hun plicht dus eigenlijk al vanaf 2017 en laten zich (mis!)leiden door een advies dat in werkelijk geen advies is maar een redmiddel om een niet functionerende constructie genaamd BMC en een niet functionerend samenwerkingsverband met Bedrocan uitstel van executie te kunnen verlenen.

 

Medicijnen als Epidiolex worden daarentegen wèl direct goedgekeurd

Intussen worden medicijnen gemaakt door farmaceuten en gemaakt van of met cannabis natuurlijk wel gewoon opgenomen in dit Geneesmiddelenvergoedingssysteem. Epidiolex is zo’n medicijn en dit wordt geproduceerd door het bedrijf GW Pharma dat ook verantwoordelijk is voor het middel Sativex. Eigenlijk is dat op zich toch wel een opmerkelijk iets want zoveel onderzoek is er niet eens gedaan met Epidiolex maar dat medicijn had natuurlijk al de goedkeuring van het FDA (Amerikaanse controlerende instantie) en dan kun je als Nederlandse overheidsinstantie natuurlijk niet meer weigeren…
Epidiolex mag dus ook gewoon vergoed worden door zorgverzekeraars want op 19 september 2019 is ook een in de hele EU geldige vergunning voor het in de handel brengen van Epidiolex verleend. Vergelijk dat nu zelf maar eens met de onderzoeken waarin Bedrocan-cannabisproducten centraal staan. De opsomming daarvan is typisch een geval van “twaalf ambachten, dertien ongelukken” oftewel “steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn”.

 

Medicinale gebruikers in Duitsland krijgen de Nederlandse Bedrocan cannabis wèl volledig vergoed van zorgverzekeraars

Een andere zeer opvallende tegenstrijdigheid in het Nederlandse beleid is natuurlijk ook dat medicinale gebruikers in bijvoorbeeld Duitsland hun cannabis-medicijn wel gewoon en ook volledig vergoed krijgen van Duitse zorgverzekeraars terwijl hun medicijn in veel gevallen exact dezelfde cannabis is als hetgeen Nederlandse medicinale gebruikers hier in Nederland niet meer vergoed krijgen.

 

Waar gaat het mis in Nederland???

Dus ja… zelfs voor volslagen leken lijkt mij dat de meest prangende vraag in Nederland is waar het mis gaat in de huidige constructie overheid – BMC – Bedrocan of beter gezegd waar ging het mis en waarom is daar geen verandering in gebracht? Je zou denken dat er in al die jaren vragen en kamerstukken in overvloed over zijn geweest dus waarom grijpt de overheid niet in en waarom accepteren wij dit überhaupt nog?

Dat is nog enigszins te begrijpen natuurlijk want “wij” zijn slechts volslagen leken die van de politiek zowel als van zorgverzekeraars, huisartsen, ziekenhuizen, zorginstellingen et cetera correcte informatie èn correct handelen verwachten…
Persoonlijk denk ik dat we dan nog heel lang kunnen wachten…

En misschien moeten we ook eens iets ondernemen tégen al die “controlerende” overheidsinstanties die elkaar voor het oog tegenwerken ten bate van hun eigen geheime plan, totaal niet transparant en zonder eigen belangen zijn en de gemeenschap alleen maar handen vol geld en veel kopzorgen kosten. Wat als we daar om te beginnen eens onafhankelijke organisaties voor in plaats zetten met echte, onafhankelijke deskundigen die zonder geremd te worden door allerhande belangenverstrengelingen echte wetenschap toe kunnen passen?

 

BRONNEN

Herbeoordeling medicinale cannabis: geen verzekerde zorg (06-11-2017)
Medicinale cannabis niet in basispakket (10-11-2017)
Vijf onderzoeken met Epidiolex volgens EMA (19-09-2019)
Onderzoeken waarin Bedrocan-cannabisproducten centraal staan

Update 2023-01-12 naar aanleiding subsidie aan UMC Utrecht inzake onderzoek Epidiolex

 

 

Drugs in het verkeer? Bedenk goed wat de gevolgen zijn!

Den Haag, 11 december 2018
Op 1 juli 2017 is de wet drugs in het verkeer (Kamerstuk 32 859)1 in werking getreden. Op grond van deze wet is voor een aantal stoffen een grenswaarde vastgesteld. Indien zo’n grenswaarde wordt overschreden, is het strafbaar om deel te nemen aan het verkeer. Een aantal van deze stoffen wordt ook in geneesmiddelen gebruikt of als geneesmiddel voorgeschreven. Hierdoor kan de wet strafrechtelijke consequenties hebben voor bestuurders van voertuigen die deze geneesmiddelen op medisch voorschrift gebruiken en waarbij de concentratie in het bloed boven de gestelde grenswaarde uitkomt. Het gaat hierbij om patiënten die morfine, medicinale cannabis en dexamfetamine gebruiken.2 Eerder zijn hierover vanuit de Kamer Kamervragen gesteld. In reactie op deze vragen is toegezegd om voor deze gebruikers van geneesmiddelen met een verkeersveilige en medisch verantwoorde oplossing te komen.

 

Wet drugs in het verkeer

Op basis van de Wet drugs in het verkeer zijn voor twaalf stoffen in tien soorten drugs grenswaarden vastgesteld. Bij overschrijding van deze grenswaarden is verkeersdeelname strafbaar. Met behulp van een speekseltester kan het gebruik van deze stoffen relatief eenvoudig worden geconstateerd.3 Voor de overige soorten drugs geldt de oude regelgeving (zonder grenswaarden). Dit betekent dat bestuurders van voertuigen die zodanig onder invloed van een stof verkeren dat het de rijvaardigheid kan verminderen, een strafbaar feit begaan. De politie controleert dit door de psychomotorische en de oog- en spraakfuncties van de bestuurder te controleren. Bij de parlementaire behandeling van de Wet drugs in het verkeer is over het gebruik van geneesmiddelen gesproken.4 De Kamer heeft toen ingestemd met de lijn om geen onderscheid te maken tussen medicinaal en recreatief gebruik van de stoffen, omdat de verkeersveiligheid in de Wegenverkeerswet 1994 centraal staat en niet de reden van gebruik. Zoals in de antwoorden op de Kamervragen van 12 oktober 2017 is aangegeven, is dit standpunt gewijzigd.5 Bestuurders die op medisch voorschrift en onder behandeling van een arts geneesmiddelen gebruiken en voldoen aan de geschiktheidseisen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), moeten kunnen deelnemen aan het verkeer zonder daarbij strafbaar te zijn.

 

Huidige praktijk

In de praktijk wordt hier als volgt mee omgegaan. De politie neemt in beginsel alleen een speeksel- of psychomotorische test af als een bestuurder verkeersonveilig gedrag of uiterlijke kenmerken vertoont die kunnen wijzen op drugsgebruik.6 Aangezien personen die op medisch voorschrift geneesmiddelen gebruiken over het algemeen geen uiterlijke kenmerken zullen vertonen die kunnen wijzen op drugsgebruik en veilig kunnen deelnemen aan het verkeer, is de kans klein dat deze personen in het strafrechtelijke proces terecht komen. Als bij een bestuurder die op medisch voorschrift geneesmiddelen gebruikt een test wordt afgenomen waarvan het resultaat positief is, kan de bestuurder bij de politie aangeven, indien het geneesmiddel een stof bevat waarvoor een grenswaarde is vastgesteld, dat hij geneesmiddelen
gebruikt. De politieagent zal dit in het proces-verbaal noteren. Aan bestuurders die geen afwijkend rijgedrag vertoonden en alleen een dergelijk geneesmiddel hebben gebruikt, wordt door het openbaar ministerie (OM) de gelegenheid geboden om een geldig doktersrecept in te sturen. Vervolgens wordt aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gevraagd of de aangetroffen concentratie van de stof in het bloed past binnen de therapeutische range van de voorgeschreven dosering en wat de effecten daarvan zijn op de rijvaardigheid. Met inachtneming van deze en alle overige feiten en omstandigheden wordt beoordeeld of de geneesmiddelengebruiker zal worden vervolgd.

De huidige handhavingspraktijk wijst uit dat het aantal bestuurders dat op medisch voorschrift geneesmiddelen gebruikt en in het strafrecht komt, zeer klein is. Het OM heeft vanaf de inwerkingtreding van de wet drugs in het verkeer slechts een klein aantal verweren over medicinaal gebruik van drugs ontvangen. Uit cijfers van het OM blijkt dat het OM vanaf 1 juli 2017 tot en met 1 augustus 2018 ruim 1250 processen-verbaal heeft ontvangen. Slechts in 11 van deze zaken heeft de bestuurder aangevoerd dat hij geneesmiddelen gebruikt.7

 

Oplossing voor gebruikers van geneesmiddelen

Ondanks het feit dat het aantal bestuurders dat op medisch voorschrift geneesmiddelen gebruikt en in het strafrecht komt zeer klein is, achten wij het wenselijk te onderzoeken of er ook een wettelijke uitzondering kan komen. De afgelopen periode is hier door de betrokken partijen en departementen hard aan gewerkt. Het blijkt echter een complex vraagstuk. Eén van de oplossingsrichtingen die momenteel wordt onderzocht is of er aparte grenswaarden kunnen worden vastgesteld voor deze groep bestuurders. Bij het formuleren van de oplossingsrichting is het uitgangspunt dat hard wordt opgetreden tegen drugs in het verkeer zonder dat bestuurders die op een verantwoorde manier geneesmiddelen gebruiken en geen gevaar voor de verkeersveiligheid vormen, hiervan de dupe zijn. Om de verkeersveiligheid te borgen, zal het verboden blijven deel te nemen aan het verkeer met een hogere dosis dan de voorgeschreven dosering of door een persoon die onvoldoende gewend is en bij wie nog sprake is van bijwerkingen die de rijvaardigheid negatief beïnvloeden. Ook blijft combinatiegebruik van alcohol en/of drugs en geneesmiddelen strafbaar.
De deskundigheid over rijgeschiktheid bij ziekten en aandoeningen en veilig medicijngebruik ligt in Nederland met name bij de Gezondheidsraad en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP). Daarnaast houdt het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) zich bezig met de beoordeling, registratie en risicobewaking van geneesmiddelen. Bij het formuleren van een uitzondering in de wetgeving wordt gekeken naar de adviezen en richtlijnen van deze organisaties. Ook wordt het NFI geraadpleegd.

 

Ruim 71 procent van de jongeren ziet drugsgebruik in zijn omgeving, blijkt uit onderzoek van TeamAlert. Het lijkt steeds normaler te worden dat jongeren weleens een joint roken of een pil slikken. Experts maken zich zorgen om de gevolgen. Voor de gezondheid en drugs, vanwege de gezondheid, maar ook de verkeersveiligheid. Dit zijn de effecten van wiet, xtc, cocaïne en speed in de auto.

 

Conclusie

Er wordt door de betrokken organisaties en departementen hard gewerkt aan een (wettelijke) oplossing voor verkeersdeelnemers die op medisch voorschrift geneesmiddelen gebruiken zeggen de verantwoordelijke ministeries. Tot die tijd zal de weergegeven handhavingspraktijk worden voortgezet.

 

Dit houdt in dat:
  • een speeksel- of psychomotorische test afgenomen kan worden wanneer je als bestuurder verkeersonveilig gedrag of uiterlijke kenmerken vertoont die kunnen wijzen op drugsgebruik.

  • je bij een positief testresultaat bij de politie aan dient te kunnen geven dat de drugs op medisch voorschrift gebruikt worden zodat dit in het proces-verbaal genoteerd kan worden. Je moet dus een geldig recept kunnen overleggen.

  • middels bloedonderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut aangetoond kan worden dat de in het bloed aangetroffen concentratie van het middel past binnen de therapeutische range van de voorgeschreven dosering en of dit geen nadelige effecten heeft op de rijvaardigheid.

 

Hieruit volgt dat het verboden is deel te nemen aan het verkeer wanneer:
  • je geen geldig recept* voor medicinale cannabis hebt en/of
  • je andere cannabis dan die van de apotheek gebruikt hebt en/of
  • je een hogere dosis dan de voorgeschreven dosering gebruikt hebt en/of
  • je een combinatie van alcohol en/of drugs gebruikt hebt

  • Een geldig recept is een recept voor medicinale cannabis zoals die verstrekt mag worden door daarvoor door BMC aangewezen apotheken en dit recept is voorgeschreven door een geregistreerd (huis)arts/medisch specialist. Dat hiervoor tevens een medische verklaring nodig zou zijn van bepaalde organisaties is slim bedacht voor de promotie van dergelijke organisaties maar helaas voor de gebruikers niet meer dan een fabel. Trap er dus niet in want er zijn organisaties die hier ook nog geld voor vragen terwijl het volslagen onzin is en je een medische verklaring van dergelijke organisaties helemaal niet nodig hebt.

 

Verlies van rijbewijs en boete kan oplopen tot 8.200 euro!

Wordt je gesnapt dan kan een boete oplopen tot 8200 euro, kan je rijbewijs ingetrokken worden en kan je een gevangenisstraf opgelegd worden. Als per liter bloed 3 microgram cannabis (of meer) wordt aangetroffen, ben je strafbaar ongeacht of je een beginnende of een gewende gebruiker bent en ongeacht hoe je aan het verkeer deelneemt. De politie mag speeksel afnemen bij automobilisten, motorrijders en (brom)fietsers en voetgangers in het verkeer. Is de speekseltest positief, dan volgt een bloedtest die kan leiden tot verlies van het rijbewijs voor minimaal de periode van een jaar. Bij gebruik van een combinatie van drugs ben je altijd strafbaar.

Zie ook de uitspraak 201609787/1/A1 en 201609787/2/A1, ECLI:NL:RVS:2017:456, datum uitspraak 22 februari 2017
Inhoudsindicatie: Bij besluit van 13 juni 2016 heeft het CBR het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard vanaf 20 juni 2016.

Bijlage Wegenverkeerswet 1994.

 

Anders dan landelijke samenwerkingsafspraak (LESA)

De nieuwe wet wijkt af van de aanbevelingen in de LESA Geneesmiddelen en verkeersveiligheid van NHG en KNMP en de adviezen op rijveiligmetmedicijnen.nl. Daarin staat dat na 2 weken gebruik van morfine of medicinale cannabis verkeersdeelname als veilig wordt beschouwd, tenzij er sprake is van bijwerkingen die de rijvaardigheid beïnvloeden. De adviezen in de LESA zijn inhoudelijk nog steeds correct en in overeenstemming met de adviezen van het CBR mits je kunt aantonen een geregistreerd medicinale gebruiker te zijn.

Ook dan dien je dus een geldig recept te kunnen overhandigen voor medicinale cannabis van apotheken die dit volgens de wet mogen verstrekken en dien je je aan de voorgeschreven producten en voorgeschreven dosering te houden!

 

De politie kan bij verkeerscontroles naast de blaastest ook de speekseltester gebruiken. De blaastest toont natuurlijk aan of je gedronken hebt of niet. De speekseltest laat zien of je drugs hebt gebruikt. Zo werkt het.

 

 

Verwijzingen:

  1. Wet van 26 september 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het verbeteren van de aanpak van het rijden onder invloed van drugs, Stb. 2014, nr. 353.
  2. Dit is aangegeven door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Het CBG houdt zich bezig met de beoordeling, registratie en risicobewaking van geneesmiddelen.
  3. Naast de speekseltester is het ook bij deze drugs mogelijk gebleven om een psychomotorische test af te nemen.
  4. Handelingen II 2013/14, nr. 94, item 28.
  5. Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 303.
  6. Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 303.
  7. In 6 gevallen heeft dit geleid tot een veroordeling. 4 gevallen moeten nog op zitting komen. In deze 10 gevallen waren er andere omstandigheden dan enkel het gebruik van één geneesmiddel. U kunt hierbij denken aan combinatiegebruik, veroorzaken van een ongeval, afwijkend rijgedrag en een bloedwaarde boven de door de arts voorgeschreven dosering.

 

Verantwoordelijke ministeries:
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

 

Meer informatie:

Rij veilig met medicijnen: Cannabis.

Rijksoverheid: Mag ik deelnemen aan het verkeer onder invloed van drugs?

Officiële Bekendmakingen: Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer van 14 december 2016.

Apotheek.nl: Werkzame stof cannabis.

Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met de uitslag van een ademanalyse of bloedonderzoek na het rijden onder invloed van drugs en/of alcohol?